Broederijonderzoeker Sander Lourens (Wageningen Livestock Research) en ESBL-specialist Kees Veltman (Wageningen Bioveterinary Research) onderzochten de verschillen tussen kuikens die in de broederij ter wereld komen en die in de stal met de One2Born techniek uitkomen. Het resultaat is een waardevol onderzoeksrapport. In dit artikel deel 1: de onderzoeksopzet en de uitkomstfase.
Pluimveeonderzoekers Sander Lourens en Kees Veldman van respectievelijk Wageningen Livestock Research en Wageningen Bioveterinary Research verrichtten de praktijkproef in februari en maart van dit jaar. Sander licht het onderzoek toe. “De opzet van het onderzoek was dat de helft van de bevruchte eieren op dag 18 naar de vleeskuikenhouder op transport gingen en in de stal uitkwamen op de nabroedhouders van One2Born. De andere helft van de eieren kwamen uit in de broederij en gingen als eendagskuikens op transport naar dezelfde vleeskuikenhouder.”
De onderzoekers onderzochten in de proef een viertal onderzoeksvragen:
- Wat is de embryo overleving van de kuikens die uitkomen in de stal en in de broederij?
- Hoe verloopt de uitkomstcurve, wat is de kuikentemperatuur en hoe snel vullen de kuikens hun krop?
- Wat is infectiedruk van ESBL en E-coli op de broederij en in de stal en hebben kuikens uit het One2Born concept minder ESBL?
- Kunnen vroeg uitgekomen kuikens tijdens transport uit de One2Born nabroedhouder ontsnappen?
Geen ontsnapte kuikens
In totaal werden 16.160 eieren verdeeld over 202 nabroedhouders (80 eieren per tray) van One2Born getransporteerd. De controlegroep bestond uit 12.851 eendagskuikens die op transport naar de vleeskuikenhouder gingen. Alle eieren en kuikens kwamen in dezelfde stal. Deze was opgedeeld in 12 verschillende secties. Zes daarvan bestonden uit kuikens die zijn uitgekomen in de stal en zes secties uit kuikens aangevoerd van de broederij.
De eieren en de kuikens werden onder standaard voorgeschreven omstandigheden getransporteerd naar de stal. Dit transport duurde 2 uur, waarna de eieren of kuikens direct in de stal werden geplaatst. Om te onderzoeken dat de eieren en kuikens volledig beschermd zijn tijdens transport en uitkomst, werden de One2Born nabroedhouders tijdens transport op elkaar gestapeld. In iedere afdeling werden twee nabroedhouders op elkaar gestapeld. Kuikens van de bovenste nabroedhouder konden na uitkomst opdrogen en direct aan het voer en water; kuikens uit de onderste nabroedhouder verbleven daar tot en met de 21e dag. Geen enkel kuiken kon ontsnappen. De kuikens zagen er goed uit en wandelden na de 21e dag vlot weg.
Uitkomst eieren
Bij aankomst van de eieren was de stal voorverwarmd tot 35 graden Celsius met een vloertemperatuur van 30 graden Celsius. De vloer was bedekt met 1 tot 2 centimeter strooisel (turf). Doel was om de eieren te verwarmen tot een ideale eierschaaltemperatuur op dag 18 van 37,8 graden Celsius, wat volgens One2Born eenvoudig te realiseren is.
In de stal volgde de pluimveehouder nauwlettend het uitkomstmoment van de eieren. Elke 4 uur noteerde de pluimveehouder het aantal uitgekomen eieren en temperatuur van de nog niet uitgekomen eieren. “Uit de resultaten blijkt 95% van de One2Born kuikens binnen 24 uur uit te komen. We constateerden een mooi uniform verloop van het uitkomstmoment. Er zaten geen extreme afwijkende waardes bij.” Ook de overleving van de embryo’s was in orde; de kuikens in het One2Born concept kwamen zelfs 1% beter uit dan die van de broederij.